Eric Leltz  RSS feed    

De onzinnige kant van startersleningen

Maandag 26 februari 2007

Deze week komt de Raad weer bijeen. De fractievergadering van deze avond staat in het teken van de voorbereiding van deze raadsvergadering. Dat betekent terugkijken naar wat in de commissies is besproken en ons standpunt bepalen. Het is niet zo’n erg ingewikkelde agenda: twee hamerstukken over de wet inburgering en het normen en toetsingskader voor de rechtmatigheidcontrole en twee bespreekpunten over de starterleningen en het onderzoek van de rekenkamercommissie over Krediet over en onderschrijdingen. We zullen alleen nog iets zeggen over de starterleningen. Wij zullen nogmaals herhalen waarom wij hierop tegen zijn:

  • Het doet alleen maar iets aan de vraagkant,
  • Kopers worden opgezadeld met een tophypotheek verstrekt door de gemeente en hier moet zij zich niet voor lenen,
  • Omdat er alleen iets aan de vraagkant wordt gedaan zal het evenwicht tussen vraag naar woningen en aanbod van woningen worden verstoord. Hierdoor zullen de prijzen van de woningen stijgen en kunnen degenen die geen gebruik mogen maken van de starterlening nog moeilijker aan een huis komen,
  • De regeling neemt een voorschot op de toekomst. Er wordt vanuit gegaan dat de lener meer gaat verdienen en dat het huis meer waard zal worden,
  • Banken zijn juist voorzichtiger geworden met het verstrekken van top hypotheken en als het aanbod van woningen wel gaat aantrekken stijgt de waarde van de huizen wellicht toch minder snel dan gehoopt.

We hebben ook nog bezoek gehad. De firma Kelderman Bouw kwam een concept uitleggen voor goedkope woningbouw. Het idee is een uitgestelde betaling, dus een lening, Het risico voor de lening ligt bij de gemeente en bij de bouwer. Een goed aspect van de constructie is dat het gaat om het toegankelijk maken van nieuwbouw voor de minder draagkrachtigen. Daarnaast gaat het ook om een uitbreiding van de aanbodkant. Maar er moet toch nog eens goed naar de financiële kant worden gekeken want het gaat bij deze vorm van lenen toch om aanzienlijke gemeentelijke bedragen waarvan het rendement wellicht niet al te groot is.

Het dilemma bij startersleningen

Dinsdag 13 februari 2007

In het Presidium is afgesproken dat de burgemeester een keer per jaar apart met alle fractievoorzitters een gesprek voert en vandaag was het gesprek met mij. We hebben het over van alles gehad. Van de formatie van het nieuwe kabinet via de politieke cultuur in Ede naar de toekomst van Ede. Prettig om ook eens los van een agenda met elkaar te kunnen praten. En ’s-avonds was er dus de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling. Fractievolger Pieter Gerard heeft het woord gevoerd bij de agendapunten “startersleningen” en “mantelzorgvoorziening in bestemmingsplannen”. Bij de startersleningen hebben we aangegeven dat dit geen goed idee is. Het drijft de huizenprijzen alleen maar op omdat het aanbod niet toeneemt en de vraag wel. Het gaat dan weliswaar maar om een beperkt aantal leningen maar toch. Het is wel een dilemma want eigenlijk wil je woningen bouwen maar dit kan nu even niet. En dan wil je toch iets doen om de markt te laten doorstromen. Ik begrijp het wel maar sta toch niet achter het instrument startersleningen. Het punt over de mantelzorg waarbij zonder veel administratieve rompslomp een uitbouw kan worden gemaakt bij een woning is sympathiek maar kent nog wel wat juridische haken en ogen. Daarom heeft het college gevraagd om nu nog niet te beslissen over dit punt. Wij steunen dit. Overigens heb ik als plaatsvervangend voorzitter bij dit punt de voorzittershamer overgenomen van Marcel van Dalen omdat hij een van de indieners van het voorstel is. In de rondvraag heb ik nog een vraag gesteld over de stadsverwarming in Kernhem. Na afloop was er een besloten bijeenkomst over de woningbouw in Wekerom.

Kijk op de toekomst van de Doesburger eng

Dinsdag 16 januari 2007

Dit keer een niet echt volle agenda voor de commissie RO. We hebben het rapport “kijk op de toekomst van de Doesburger eng” besproken. Het ging om een oriënterende bespreking. Ik heb gezegd dat ik dit een mooi voorbeeld vind van hoe invulling kan worden gegeven aan de plannen van een buurt of kern. Bewoners en boeren uit het gebied hebben samen met onder andere de gemeente gekeken naar de toekomst van het gebied. Dus planvorming van onderaf. Er wordt een schetst gegeven van de weg die de bewonerscommissie heeft doorlopen om te komen tot hun visie. In eerste instantie tegen de gemeente om grootschalige woningbouw te voorkomen maar later als partners om de laatste in tact gebleven eng te ontwikkelen. In het rapport worden vier scenario’s op hoofdlijnen uitgewerkt:

  • de eng als openluchtmuseum,
  • de eng als landschapspark,
  • de eng als golfterrein en
  • de eng als woonwijk

Vervolgens komt aan de hand van drie criteria:

  1. cultuurhistorisch belang,
  2. ecologische waarde en
  3. economische waarde

een duidelijke voorkeur voor de eng als landschapspark naar voren. De fractie van GroenLinks/PE ondersteunt dit van harte. Wel heb ik aandacht gevraagd voor de volgende stap. Dan moet de visie worden vertaald in een structuurvisie als onderlegger voor het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. Van belang is dat ook in dit vervolg traject een rol blijft weggelegd voor de bewoners en boeren. Het boekje is mooi vorm gegeven alleen jammer dat het zo snel uit elkaar valt.

Bij het agendapunt over de nota grondprijzen hebben we een paar vragen gesteld. Het gaat in de nota over de bepaling van de prijzen van bouwrijpe gronden en bedrijfsterreinen. Bij de bouwrijpe gronden is bijvoorbeeld gebruik gemaakt van:

  • de ervaringen met de uitgifte van bouwrijpe gronden,
  • er is gekeken naar de prijzen van de grond in buurgemeenten en
  • naar de marktontwikkelingen.

Maar: Hoe zijn de ervaringen in kaart zijn gebracht? En heeft er een evaluatie plaatsgevonden? Bij de bepaling van de bedrijfsterreinen is advies ingewonnen van een makelaar. Bij de bedrijfsterreinen zou ook gebruik kunnen worden gemaakt van de ervaringen. Zowel in Ede als in de buurgemeentes. Waarom is dit niet gedaan? De vragen werden adequaat beantwoord. Verder is het een goed stuk, zodat we konden instemmen met de nota. Tot slot hebben we gesproken over het bosbeheerbeleid in Ede. Wel belangrijk met zoveel buitengebied. Het ging om informatieverstrekking naar aanleiding van een kaalslag in het edese bos. We kregen een presentatie waarbij duidelijk naar voren kwam dat Ede de natuur zoveel mogelijk zelf het werk wil laten doen. Daarom wordt een omgevallen boom bijvoorbeeld niet direct opgeruimd. Hierna hebben we van gedachte gewisseld over het beleid. Pieter Gerard heeft namens GroenLinks/PE een aantal vragen gesteld.

Archief



Rubrieken